Twee complete kleipijpen, beide ca 24 cm lang, met roos merk op hiel, ca 1630-1640
33 cm lange, complete pijp, gemaakt door Thomas Claasz in Schoonhoven, circa 1653-1673. Hielmerk TK.
Een 24 cm lange, complete pijp. Ongemerkt pijp, circa 1660-1680. Gevonden in Delft.
30 cm lange complete pijp, merk bloem met langwerpige blaadjes. Op de steel een serie ruitvormige stempels met een Fleur de Lis. Ca 1650-1670.
Engels pijpje, opvallende vorm-geving en grootte, gevonden in Nederland. Opvallend ook de hiel waarin leesbaar is TOPSAM, waarschijnlijk een verwijzing naar het plaatsje 'Topsham'.
Het stadje Topsham in Engeland was de voornaamste haven voor Exeter, van waaruit ook belangrijke contacten met Nederland werden onderhouden : het schijnt dat in het stadje de Nederlandse architectuur van de 17e eeuw nog duidelijk aanwezig is, en dat diverse huizen gemaakt zijn met Nederlandse bakstenen die als balast op de schepen meekwamen. Dit pijpje is waarschijnlijk gemaakt door de pijpenmaker Isaac Prance, welke omstreeks 1660 actief was in Somerset, en vanaf ca 1688 in Topsham.
Pijpje typerend voor de makers die in de omgeving van het Engelse Bristol actief waren in de 17e eeuw. Op de hiel de naam van de maker JOHN HUNT
Onderstaand pijpje is gevonden in bagger uit de Amstel en blijkt afkomstig uit zuid Duitsland. De versiering en glazuring blijken kenmerkend voor pijpen uit die streek. Ook opvallend is de rechte snijfilt ; in vooral Beieren was het maken van kleipijpen in de 17e eeuw lange tijd onderdeel van het staatsmonopolie op tabak, en was het pijpmaken voorbehouden aan vooral pottenbakkers ; geglazuurde pijpen komen daar vrij veel voor, en de ontwikkeling en verfijning van modellen zoals die in andere gebieden voor een groot deel door concurrentie tussen de onafhankelijke pijpmakers toenam, lijkt hier een stuk minder te hebben plaatsgevonden.
Dit pijpje is uitgebreid beschreven in Jaarboek 2016 van de PKN.
Over bovenstaande elleboog pijp doen verschillende theorieen de ronde. Wat vast staat is dat deze voor met name de export naar Amerika gemaakt werd. De vorm was daar bekend en populair ; een zeer grote gelijkenis met de inheemse/indiaanse pijpen is zichtbaar. In diverse archeologische bronnen wordt verslag gedaan van vondsten van dit type kleipijp in locale, indiaanse nederzettingscomplexen als ook kolonisten nederzettingen.
In een uitgave van de American Archaeology uncovers the Dutch Colonies door Lois Miner Huey, wordt verslag gedaan van de vondst van een scheepswrak uit ca 1650, dat duizenden (!) van dit model pijp aan boord, naast evenzovele kleipijpen van Nederlandse makelij.
De naam Edward Bird, een Amsterdams pijpmaker in de periode 1640-1650 is ook nauw verbonden met dit type pijp (http://www.pijpenkabinet.nl/Artikelen/Bird/art-E-Bird.html)
Een ander stukje historie, wellicht in combinatie met bovenstaande, refereert aan zogenaamde 'slavenpijpen', die in combinatie met tabak gebruikt werden voor de handel met vooral de Afrikaanse volken, maar tevens gebruikt werden op de slavenschepen richting Amerika, om de passagiers aan boord van de schepen enigszins 'tevreden' te houden (Newsletter 'The African Diaspora Archeaology Network' , June 2008, Jerome S. Handler).
Hieronder een in Noord Amerika gemaakte kleipijp uit het midden van 1600. De vorm lijkt sterk op de 'elleboog' hierboven die door een Amsterdamse pijpmaker is gemaakt. Hoewel de Amerikaanse pijp ook in een persvorm gemaakt is, wordt zij gekenmerkt door een middels 'puntjes / of stippen' gezette versiering van een rennend hert. Deze puntjes zijn opgevuld met een witte substantie.
Deze pijp vind zijn herkomst in de Noord Amerikaanse Chesapeake regio, waar de eerste Europese kolonisten zich settlden. Het pijpje is gevonden in Noord Holland en waarschijnlijk op een handelsschip naar Nederland teruggekomen. Een aardig artikel is hierover geschreven door Bert van der Lingen in PKN Jaarboek 2013.
Hoorn model pijp. Dat het een pijpje is valt af te leiden uit de radering aan de kop rand. Vermoedelijk midden 1600. Naast een tijdgenootje gelegd om afmeting te laten zien
Pijpen van rode klei vinden pas tegen het eind van de 19e eeuw echt opgang. Daarvoor komen we ze eigenlijk niet tegen. En dat maakt dit pijpje, afkomstig uit Goudse stort van de periode 1690-1720, bijzonder ; gemaakt van rode klei, lijkt op een misbaksel ; op het breukvlak van de steel is een steentje zichtbaar dat de steel waarschijnlijk heeft doen breken. Het pijpje is ongemerkt
Onderstaand pijpje heeft een fraai engelen of 'putto' gezichtje op de ketel, is gedateerd (16 65) en is terug te voeren tot pijpmakers in de regio Mannheim / Frankenthal in Duitsland. Het engelengezichtje is waarschijnlijk geinspireerd op engelen gezichtjes versiering uit het begin van 1600, die hun oorsprong in het huidige Tjechie (Bohemen) vinden. Klik hier voor meer informatie
Onderstaand pijpje is gevonden op de zelfde plek in de Nederlandse bodem als de hierboven beschreven Chesapeake pijp ; waarschijnlijk een zeevaarder / handelaar die deze pijp uit wat Turkije is heeft meegenomen. Ook dit pijpje is beschreven in het Jaarboek 2013 van de PKN.
Vooral uit Engeland kennen we veel voorbeelden van 17e eeuwse pijpen met een hiel of 'spoor' in een zogenaamde 'hartvorm'. Bovenstaand pijpje is gevonden in de omgeving van Dordrecht
Dit is een pijpje gevonden en gemaakt in Engeland, met fraai hartvormig hielmerk met een paard of os en daarboven sterren. Ca 1640-1660
Met name in Engeland is door de eeuwen heen de zijkant van de hiel gebruikt om merktekens te plaatsen. In Nederland ging dit eigenlijk vooral gebeuren vanaf ca midden 1700.
Op een aantal vroege pijpjes (ca 1630-1650) die waarschijnlijk uit de regio Noord Holland komen treffen we zo nu en dan echter ook versieringen aan op de zijkant van de hiel.
Fleur de lis (franse lelie) op beide zijkanten van de hiel.
Noord Holland, Haarlem ?!
Ca 1630-1640
Een (tudor) roos versiering aan beide zijden van de hiel. Ca 1630-1640, Noord Holland
Gevonden in de omgeving van Rotterdam, ca 1650-1660, een Franse Lelie aan weerszijden van de hiel en een Tudor roos als hielmerk.
Een vroege pijp, ca 1620-1640 met opvallend grote hiel en een hielmerk in de vorm van een gestileerde, gekroonde roos met twee initialen waarvan alleen de F zichtbaar is.
Een tweetal grappige modelletjes, zonder hiel, en met opvallend dikke steel. Gevonden in Goudse stort, daterend uit ca 1690-1720. Helaas ongemerkt
Apart modelletje uit ca 1690-1710. Waarschijnlijk een leids product, van een van de laatste leidse pijpmakers. Het heeft de karakteristieken van de dikbuikige midden 17e eeuwse 'leienaar', maar dan in een uitvoering van begin 1700. Gevonden in Leiden