Deze collectie is globaal op tijdvak en versieringsthema of merk op deze website weergegeven. Met name in de periode tussen circa 1685 en 1730 maakte de Nederlandse tabakspijp een model ontwikkeling door die van zogenaamde dubbelconische vorm naar een langgerektere zogenaamde trechter vorm ging. Dit ging geleidelijk waardoor een strakke afbakening moeilijk te maken is. Ik leg de scheidslijn tussen 17e en 18e eeuwse pijpen in principe bij de vorm van de hiel; pijpen met een puntvormige hiel en uitgesproken trechtervorm passen het beste in de 18e eeuw, de ketelvormen met duidelijk platte hiel zijn in de 17e eeuw ondergebracht.
Bijzondere versiering van een wandelende pijprokende man met een rol tabak onder de arm. Deze versiering is vooral bekend van bodemvondsten uit de provincie Friesland en specifiek de omgeving van Harlingen. Mogelijk een pijp van de laatst bekende Harlinger pijpenmaker Harmen Werps die tussen circa 1679 en 1723 actief was.
Springende Haas aan weerszijden van de kop. Gemaakt in de periode 1690-1720, waarschijnlijk Gouda
Afbeeldingen van een kip en een haan op beide zijden, ca 1700. Gevonden in Schoonhoven