Hendrik van Duijn, geboren in 1785, was de eerste pijpmaker in dit geslacht, en had zijn gildeproef in 1813 met goed gevolg afgelegd. In 1850 nam zijn zoon Adrianus het bedrijf over. Toen deze, en later ook zijn vrouw overleed werden de zaken overgenomen door zoon Martinus in 1885. Tot 1925 heeft Martinus pijpen gemaakt.
Verwant aan het bedrijf zijn de firma's H. van Rijst en Nico van Duijn - Van Velzen.
Nicolaas van Duijn, zoon van Adrianus, trouwde in 1902 met ene Clara van Velzen, dochter van een pijpmaker.
Nicolaas van Duijn heeft tussen ca 1915 en 1945 pijpen gemaakt onder de naam 'Nico van Duijn van Velzen'.
Zogenaamde grote 'Snoekenbek' ; fraaie pijp gemaakt door M. van Duin, in Gouda, ca 1880-1930. Handbeschilderd stadhuis van Gouda met tekst 'Raadhuis' op de kop en 'Souvenir Gouda' op de steel.
Fraaie dubbele krul met een versierde steel en ketel.
De uitvoering boven is zwart gelakt met gouden, groene, zilveren en bronskleurige accenten.
Op de ketel een wapenschild dat door twee wildemannen wordt geflankeerd. In tekstlint de tekst VIVAT DE PRUYSE. Op de steel de naam M. VAN DUYN en GOUDA. Geen hielmerk.
Circa 1885-1925.
Een viertal bodemvondsten uit Gouda, ca 1850, lijken afkomstig van A. van Duijn