In het boekwerkje 'De Bruidegomspijp : de geschiedenis van een volkskundig huwelijksfenomeen' (ref *16), wordt het fenomeen Huwelijkspijp of Bruidegomspijp uitgebreid beschreven. Vooral in het Noorden en Oosten van ons land zien we dit gebruik vooral in de periode 1870-1930.
Het gaat hier om een gebruik, waarbij ter ere van het huwelijk, een met bloemen, linten, strikken enz versierde tabakspijp aan de bruidegom wordt aangeboden. Deze pijp werd dan na het huwelijk in een kastje geplaatst dat aan de wand gehangen kon worden. In een aantal gevallen werd ook het bruidskroontje of de bruidscorsage in het kastje geplaatst (ref *16).
Onderstaande bruidegomspijp is afkomstig uit Oost Nederland, waarschijnlijk Gelderland of Overijssel en is gedateerd 1914.
Tevens voorzien van de initialen van het bruidspaar, in dit geval G.J.B. en W.L.
Hieronder een bruidegomspijp uit ca 1900, gemaakt door Jan Prince (Gouda).
Hieronder een foto geplaatst in een onbekend tijdschrift in 1924, behorend bij een verhaal omtrent 'De Boerenbruiloft'. Opvallend zijn de lange kleipijpen waaruit alle zittende heren roken.
Het artikel zelf rept niet over het roken, maar is meer een aanklacht tegen die moderne tijd (1924 !!) waarin al dergelijke goede gebruiken ten onder lijken te gaan. In plaats van de goede boerenbruiloft, met vele honderden gasten, aandacht voor goed eten en drinken, en het samen zingen van liederen rukken de 'groote stad', ' ronkende automobielen' en 'de jachtende polsslag van de moedernen tijd' op en doen geweld aan 'een schakel in den familieketen, die het verleden aan het heden bindt'.
Over het roken of de traditie van bruiloftspijpen wordt helaas niet gerept ..