Meerschuim is een tamelijk zeldzaam mineraal dat op slechts een beperkt aantal plaatsen ter wereld gevonden wordt. Op het Europese continent wordt het vooral gedolven rond de Turkse stad Eskisehir, in de regio tussen Istanbul en Ankara. Meerschuim is een zacht, kleiachtig materiaal dat zich relatief eenvoudig laat vormen en niet brandbaar is. Verhitting zorgt ervoor dat het niet alleen maar harder wordt, maar ook breekbaarder.
Voor zover bekend, werden de eerste meerschuim pijpen in de 17e eeuw in de Eskişehir regio gemaakt. Het lichte gewicht, de prettige rookeigenschappen en de mogelijkheid om meerschuim relatief eenvoudig te bewerken waren aansprekende eigenschappen, die ervoor zorgden dat het materiaal zich verspreidde over de rest van het continent. Via de Balkanlanden bereikten de Turkse pijpen de rest van Europa, maar deze spraken met hun karakteristieke vormgeving niet direct de Europese rokers aan. Dit bood mogelijkheden voor lokale bedrijfjes om het ruwe materiaal te importeren en de vormgeving zelf ter hand te nemen.
De eerste fabrikanten van lokale meerschuim pijpen ontstonden in met name de Oostenrijks-Hongaarse regio en Duitsland. Budapest en Wenen vormden al snel de zwaartepunten van de Europese meerschuim nijverheid. Aangezien het merendeel van de meerschuim pijpen bestond uit een kop (ketel) waaraan een separaat mondstuk bevestigd moest worden, ontstond er op verschillende plaatsen in Europa een specifieke nijverheid die zich richtte op het maken van (luxueuze) mondstukken en stelen en ook (metalen) versieringselementen. De meest gebruikte materialen hiervoor waren hout, been, hoorn, amber en later ook verschillende soorten rubber en vroege kunststoffen.
Omdat het maken van meerschuim pijpen een stuk arbeidsintensiever was dan het maken van kleipijpen en de pijpen daardoor ook duurder in de productie waren, bleef de populariteit ervan beperkt tot een meer exclusieve klantenkring die voor het rookgenoot en de vormgeving kon en wilde betalen.
Gedurende met name het tweede deel van de 19e eeuw ontstonden er in de grote steden van de verschillende Europese landen meerschuim pijpenmakerijen.
In de 19e eeuw werd ook het gebruik van bruyèrehout erg populair voor de productie van tabakspijpen en het was vooral de streek rond de stad Saint Claude in de Jura waar zich deze vorm van pijpmaken concentreerde.
Verschillende afbeeldingen die de fabricage van meerschuim pijpen laten zien: (a) de ruwe meerschuim blokken worden in handzame stukken gevormd, (b) een draaibank was een belangrijk stuk gereedschap, (c) een zaagmachine waarmee de globale pijpvorm wordt gezaagd (d) de vormgever of snijder die aan de hand van een geschetst voorbeeld de pijp snijdt.
Een pijp door de firma A. Krahn uit Keulen (Passage 36/38) voorstellende de Duitse Keizer Wilhelm I, (volledige naam: Wilhelm Friedrich Ludwig), geboren op 22 maart 1797 en overleden op 9 maart 1888. Hij werd koning van Pruisen in 1861 en was Duits keizer vanaf 1871 tot aan zijn dood.
Pijp gemaakt ca. 1880-1900.
Meerschuim pijp en bijbehorend etui. Pijp gesneden in de vorm van de kop van een poedel. Gemaakt door de firma Au Pacha, successeurs C. Cheville, Parijs circa 1895.
Elegante ovaalvormige pijp van meerschuim met een mondstuk van barnsteen en een zilver verbindingsbuisje. De pijp is behoorlijk fors qua afmeting, maar opvallend licht qua gewicht, waarschijnlijk gemaakt in Frankrijk ca. 1870-1920.