Pijp met hoge zeskante ketel, vlakke onderzijde en oplopende steel en manchet. Zogenaamde Kaffee Haus pijp. De ketel heeft een reliëfversiering: op twee zijden in de vorm van een met slingerende bladerrank, op de vier andere een ribbelmotief. Op de steel links het woord "LAMA", rechts het fabrieksmerk in de vorm van een schemerlamp met daaronder twee pijpen. Dit is het fabrieksmerk van de firma Theodor Lamp in Höhr die tussen circa 1921 en 1975 bestaan heeft als groothandel in pijpen en artikelen van klei. De firma had een compagnon genaamd W. Mannebach. Het handelsmerk 'LAMA' is ontstaan uit de eerste 2 letters van beide achternamen. Door welke pijpenmaker deze kop gemaakt is, ongetwijfeld in opdracht van Lamp en Mannebach, is niet bekend, mogelijk door de firma Paul Hein & Sohne die zelfs in een catalogus uit 1978 deze kop nog afbeeldde.

Rond 1970 worden de laatste Jacob pijpen in het Duitse Westerwald door de firma Theodor Lamp gemaakt. Lamp heeft een persvorm van Gambier, hetgeen nog zichtbaar is door de (slecht leesbare) teksten GAMBIER en A PARIS, en het model nummer 998 dat Gambier hanteerde. Onder de handelsnaam 'Au Narguileh' werden door Lamp pijpen gemaakt voor de Franse markt. (ref APM)

Onderstaande pijpjes zijn afkomstig uit Belgie. De plakker heeft de teksten 'VRAAGT HET MERK' boven een afbeelding van een lamp met daaronder twee gekruiste pijpen en de tekst 'TRADE MARK', en een logo dat lijkt te verbeelden 'LTC'. Dit lijken zodoende pijpjes die door Lamp in Duitseland zijn gemaakt voor een tabaksmerk of tabakshandel in Belgie.