De firma Fiolet was gevestigd in de plaats Saint Omer en is tussen 1763 en 1765 gestart door Thomas Fiolet. Binnen een tiental jaren was de firma tamelijk succesvol. In 1792 werd het bedrijf geleid door zijn zoon Charles Dominique en later door diens zoons Charles-Joseph Dominique (1715-1812) en Louis-Joseph (1754-1806). In 1789 waren er maar liefst 500 personen werkzaam en in 1823 waren dat er 600. In 1823 werd het bedrijf geleid door Louis Maximilien (1783-1834, zoon van Louis-Joseph) en later door Louis-Maximilien junior (1809-1892), In 1892 nam diens schoonzoon Georges Audebert het bedrijf over en nadat deze in 1897 overleed werd het bedrijf tot 1921 door zijn vrouw geleid. In dat jaar sloot het zijn deuren.
Bron: Pipes et Pipiers de Saint-Omer - Veronique Deloffre (1991)
Josef Anthoni Poniatowski (1763-1813) was een Poolse generaal en minister van oorlog en legerbevelhebber tijdens het bewind van Napoleon.
Hij leidde een 16.000 man sterk leger gedurende de Oostenrijks-Poolse oorlog He commanded a 16,000-strong army during the Austro-Polish War (april-oktober 1809) en nam deel aan de Franse invasie van Rusland in 1812. Poniatowksi zou overleden zijn na de Franse nederlaag bij de 'Battle of the Nations' in Leipzig in 1813.
Dit erg grote model (ca 13 cm hoog en 6 cm breed) lijkt door verschillende Franse firma's gemaakt te zijn, er is een uitvoering bekend van de firma Gambier, voorzien van het fabrieksmerk JG. De uitvoering die hier is afgebeeld is niet gemerkt en is mogelijk gemaakt door de Franse firma Fiolet, in de periode tussen ca 1860 en 1890.
Dergelijke grote pijpen konden gerookt worden maar lijken vooral bedoeld geweest als etalage stuk voor pijpen- of tabakswinkels of als pronkstuk ter gelegenheid van industrieele tentoonstellingen.
Detail van schilderij met voorstelling van Poniatowski tijdens de Oostenrijks-Poolse oorlog.
Een erg grote pijp: ruim 10 cm hoog en ongeveer 6 cm breed, voorstellende de Franse royalist Francois de Charette de la Contri (1763-1796), soldaat en politicus. De pijp is gemerkt met LF en waarschijnlijk in de laatste decennia van de 19e eeuw gemaakt.
Pijpje van de firma Fiolet. De pijp heeft de tekst 'CREME De MOKA'. De ogen zijn geemailleerd geweest en ook de rest van de kop toont lak / verf resten. Ca 1860-1880.
Pijpje met oorspronkelijk een vaste steel, model nummer 1052. Circa 1885-1895. Diverse accenten, waaronder de ogen zijn wit geemailleerd.
Goed gerookte Jacob pijp. Doordat de pijp mooi gekleurd is door het roken komen de emaille accenten sterk naar voren. Op het tekstlint op de tulband 'JE SUIS LE BEAU JACOB', links en rechts op de steel teksborden met JACOB en links het model nummer 795 toegevoegd, rechts L FIOLET.
Jacob pijp met rode, groene en witte emaille accenten. Modelnummer 784 TER. Op het tekstlint op de tulband 'JE SUIS LE BEAU JACOB', links en rechts op de steel tekstborden 'JACOB' en rechts het model nummer 784 TER toegevoegd, links L FIOLET.
Pan
Pan is de god van de wildernis en patroon van de herders en hun vee en het dierlijk instinct. Pan heeft het onderlijf en de hoorns van een geit, maar een menselijk bovenlijf. Verder heeft hij een lang smal gezicht, een grote neus en gele oogjes. De panfluit is naar hem genoemd. Hij kreeg deze toen hij de nimf Syrinx achterna zat. Zij wilde graag maagd blijven en bad tot de goden terwijl ze Pans adem al in haar nek voelde. Haar gebed werd verhoord en ze veranderde net op tijd in een rietstengel. Daar maakte Pan toen zijn fluit van.
Pan zorgde in de bossen voor veel mysterieuze geluiden, waar de herders en hun kuddes bang voor waren, hetzelfde voor mensen op afgelegen plekken. Dit is de verklaring van het woord paniek. Een panische schrik is een plotselinge, algemene, maar ongegronde schrik. Om die reden kon men hem maar beter te vriend houden. Het voorvoegsel pan- (alles of 'het geheel'. Bijvoorbeeld: Pandemie, Panorama en Panseksueel) is ook van Pan afgeleid, omdat hij werd gezien als de personificatie van de natuur. Sinds de middeleeuwen werd zijn uiterlijk overgenomen om de duivel af te beelden (Wikipedia).
Onderstaande pijp is gemaakt tussen circa 1885 en 1900.
Deze fabrikantencatalogus (kopie) van Louis Fiolet in het Franse St. Omer telt 31 pagina's met 358 verschillende modellen kleipijpen. St. Omer is beroemd om haar tabaks- en kleipijpen industrie. Al vroeg in 1600 wordt in de nabije omgeving tabak geteeld, en omstreeks 1660 is er sprake van de eerste pijpenfabricage.
Een van de twee bekendste fabrieken uit die stad is de firma Fiolet, welke haar oorsprong kent in 1765. Op het hoogtepunt van haar bestaan in het midden van de 19e eeuw waren hier 700 mensen werkzaam. Deze catalogus stamt waarschijnlijk uit de periode rond 1830-1840.
Fabrikantencatalogus (kopie) van L. Fiolet te St. Omer. De catalogus telt maar liefst 68 pagina's met 401 (!) afbeeldingen van verschillende modellen kleipijpen.
Opvallend is een serie kleipijpen in figurale vorm, waarbij de hoed/muts of helm die de personages op hebben een beweegbaar deksel is. Deze catalogus stamt waarschijnlijk uit de periode rond 1850.