Het getal 18 komen we vooral als zijmerk tegen op pijpen die op verschillende plaatsen in Nederland gemaakt zijn. Vaak in combinatie met de initialen van de maker erbij als toevoeging.De meeste van deze pijpen dateren uit de tweede helft van 1700.
Het merk 18 gekroond is tussen ca 1724 en 1806 in Gouda in gebruik geweest bij achtereenvolgens (ref *14);
1724-1772 (weduwe) Hujg Cornelisz. Mansvelder
1797-1806 Anthonie van Ijzendoorn
Een bijzondere variant : op de ene zijde 18 gekroond, op de andere zijde N gekroond. Gezien de primitieve uitvoering en afwerking van de kop is deze hoogstwaarschijnlijk buiten Gouda gemaakt tussen ca 1750 en 1800
In ref *22 wordt vermelding gedaan van de Gorinchemse pijpmaker Cornelis Dam die tussen ca 1785 en 1819 de volgende merken gebruikte ; de letters GVDR in combinatie met gekroonde 18 en gekroonde vis, vis+AS, gekroonde CD, 16, en IVW in combinatie met het wapen van Arkel.
In de periode 1780-1825 waren in Gorinchem ook Jacobus en Anthony van Erp actief die resp de initialen KVE en AVE gebruikten.
Onderstaand pijpje met gekroonde 18, een populaire zijmerk versiering in niet alleen Gorinchem maar ook andere plaatsen in combinatie met de initialen IDH, is toe de schrijven aan de pijpmaker Johannes de Hoogh die tussen ca 1714 en 1744 actief was
Het merk 18 gekroond is tussen ca 1740 en 1750 ook in Groningen gebruikt. De uitvoering is vrij grof in vergelijking tot bijvoorbeeld de goudse producten uit deze periode. De groningse pijpmaker is helaas niet bekend.
Dopvormig kopje met initialen I en P aan weerszijden kroon, daarnaast zelfde model zonder initialen. Mogelijk Utrecht, ca 1760-1800
In Utrecht was een pijpmaker met de naam Pieter de Graaff actief tussen ca 1750 en 1793 (ref *3)
Het pijpje hiernaast heeft een wat primitievere gravering, is gevonden in de omgeving van Utrecht en lijkt daar ook tussen ca 1750 en 1800 gemaakt te zijn.
Ketelversiering 18 gekroond met daarboven de letters K en B. Onbekende plaats en maker, ca 1730-1770.