Het merk IP is bekend uit meerdere plaatsen in Nederland ; Amsterdam, Enkhuizen/Hoorn, Dordrecht, Leiden, Schoonhoven, Utrecht en Gouda (ref *12, *3)
Tevens wordt in (*3) verwezen naar een mogelijkheid dat ook in Zwolle in de eerste helft van de 17e eeuw het merk IP gebruikt zou zijn.
In Enkhuizen / Hoorn wordt het merk IP toegeschreven aan de pijpmaker Jacop Pietersen (ref *2) die actief zou zijn geweest in de periode 1630-1650. Deze pijpmaker is bekend van fraai versierde tabakspijpen waarop hij zijn volledige naam schreef (ref. APM)
Opvallend is dat de letters door een punt gescheiden zijn, iets dat bij meer pijpmakersmerken uit de omgeving van Noord Holland wordt aangetroffen.
Jonaskop van het zogenaamde 'Noord Hollandse type', ca 1630-1650. Hielmerk IP gekroond, waarschijnlijk Jacop Pietersen, Hoorn/Enkhuizen. Voor meer Jonas koppen zie hoofdstuk 'Jonas'
IP gekroond, ca 1630-1640, Hoorn/Enkhuizen.
Gevonden in Noord Holland, ca 1640-1660 .. Het model doet eerder Alkmaars aan dan bv Enhuizen/Hoorn, waar IP gebruikt werd door Jacop Pietersen
Ca 1630-1650, Enkhuizen/Hoorn, Jacop Pietersen
Ca 1640-1650, Enkhuizen/Hoorn, Jacop Pietersen
Een typisch produkt uit Utrecht ; het Utrechts wapenschild en daaronder de initialen I en P.
De engelse invloeden op model en vormgeving zijn sterk ; diverse engelse pijpmakers hebben zich reeds vroeg in met name de wijk Lauwerecht (ref *11) gevestigd. Veel Utrechts materiaal vertoont daarom ook enorme gelijkenis met de engelse produkten, zelfs bv op het gebied van merk stempels ; in Engeland werden de merken vaak 'intaglio' gestempeld (verdiept), ook dit vinden we bij diverse Utrechtse produkten terug. Een leuk boekwerk is dat van *11.
De exacte eigenaar van dit merk IP is niet altijd te achterhalen ; zeker gedurende de 17e eeuw lijken er meedere pijpmakers in Utrecht actief geweest te zijn met deze initialen.
Tussen ca 1753 en 1788 kunnen we het merk in Utrecht toeschrijven aan Joseph Peex (ref *3) Joseph woonde tussen 1735 en 1742 in Schoonhoven en daarna enige tijd in Gouda.
Een vroeg Utrechts product, opvallend is dat de letters IP verdiept zijn gestempeld (zgn. 'Intaglio')
Van het merk IP zoals het in de eerste helft van 1600 in Utrecht gebruikt is zijn diverse varianten bekend ; IP, IP onder een Utrechts wapenschild en een afbeelding waarbij tussen de I en de P een 'boom' of (tabaks-?)blad is afgebeeld. Mogelijk werd het merk door verschillende pijpenmakers gebruikt in de eerste helft van 1600.
Knorren versiering met naar roker toegericht gekroonde IP, geflankeerd door trompetterende engelen. Joseph Peex, Utrecht, ca 1753-1788
Een aardige : de meeste Gorinchemse, Schoonhovense en Utrechtse produkten uit de 18e eeuw zijn vooral kortstelige pijpen (ca 20-25 cm) met zijmerk versiering op de ketel. Hiernaast een pijp gemerkt IP, gemaakt in Utrecht die duidelijk op een 'klassieke' ovoide (langstelige ?!) gouwenaar lijkt.
18 gekroond met initialen I en P aan weerszijden van de kroon, waarschijnlijk Utrecht ca 1760-1800
In Leiden lijkt het merk IP toegeschreven te kunnen worden aan de pijpmaker Jacob Plancke die tussen ca 1650 en 1690 actief zou zijn geweest
Ca 1650, waarschijnlijk in Leiden gemaakt
In Gouda is het merk IP bekend tussen ca 1702 en 1720 toen het door Jan Phillipsz. Kerckhof gebruikt werd (ref *14) ;
In Amsterdam trouwde op 11/11/1628 de uit Londen (Engeland) afkomstige pijpmaker John Plumber. Hij was toen 23 jaar en zou de initialen I en P gebruikt kunnen hebben (Friedrich, 1975)
Een fraai, waarschijnlijk Amsterdams product van rond ca 1650
De eerste letter naast de gekroonde roos is niet goed leesbaar, lijkt een I, de ander is een P. Waarschijnlijk ergens in Noord Holland (Amsterdam ?!) gemaakt ca 1640-1650
Pijpje met opvallende steelversiering. Ca 1630-1650, letters I en P aan weerszijden van een gekroonde roos.
Deze lijkt identiek aan die hierboven met dezelfde opvallende steelversiering. Helaas is de tweede letter rechts naast de roos onleesbaar maar zal een P zijn.
Mogelijk is het merk IP in Dordrecht door de pijpenmaker Jan Philipsz gebruikt tussen circa 1625 en 1640 (ref *32).
Gevonden in de omgeving van Dordrecht, mogelijk Jan Philipsz. Circa 1620-1630
Ca 1640-1660, vindplaats Den Haag.
Gevonden in de omgeving van Den Bosch.
Gevonden in de omgeving van Den Bosch.