Het merk Posthoorn komt in een aantal varianten voor.
Ongekroond is het tussen ca 1635 en 1795 in Gouda gebruikt (ref *14) door achtereenvolgens ;
1635-1660 Daniel Christiaansz. van Hoorn
1655-1674 Abraham Danielsz van Hoorn
1674-1722 (weduwe) Willem Gijsbertz de Vink
1722-1745 Willem de Vink
1745-1795 (weduwe) Teunis de Vink
De gekroonde posthoorn is tussen 1745 en 1795 door Teunis de Vink en diens weduwe gebruikt (ref *14).
Daarnaast zien we ook de posthoorn met letter A, met letter W, en met de letter combinatie I en L, en ook met de combinatie N en B. Deze allemaal grofweg in de periode 1665-1690 (ref *14)
Tevens in de verzameling een pijpje uit ca 1660-1680 dat waarbij slechts de letter K in combinatie met de posthoorn zichtbaar is.
Het merk is in de 17e eeuw ook veelvuldig in Utrecht gebruikt.
Een merk dat veel op een 'Posthoorn' lijkt is het merk Walvis aan Lint dat tussen ca 1670 en 1685 door een tot op heden onbekende pijpmaker in Gouda werd gebruikt
Ca 1650-1670
Ca 1630-1650, Gevonden in Leiden, alleen de letter K is rechts van de posthoorn leesbaar
Ca 1640-1660, gevonden in Delft, boven de posthoorn links een letter (I of D?!)
Ca 1670-1685, door een onbekende maker in Gouda. Gevonden in Friesland.
Ca 1640-1650, gevonden in Amsterdam
Gevonden in Rotterdam, ca 1660
Gevonden in Helmond.
Ca 1660-1670 Gouda
Vindplaats Gouda, ca 1660-1680
Gekroonde posthoorn, pijpje lijkt Gouds, ca 1660-1680
Gouda, ca 1660-1680
Gouda, ca 1660-1680
Posthoorn, Gouda, ca 1660-1680
Posthoorn met aan linkerzijde een letter C, daarboven ook, en rechts een onleesbare letter. Model lijkt Utrechts, ca 1660-1680
Posthoorn met de letters I en L, tussen ca 1665 en 1690 in Gouda gebruikt door een tot op heden onbekende pijpenmaker
Posthoorn met N en B, in Gouda door onbekende pijpenmaker gebruikt tussen ca 1665 en 1685
Gouda, ca 1700
Gouda, ca 1740 1795
Gouda, ca 1740-1795
Ca 1745-1795 Teunis de Vink Gouda
Het merk 'Posthoorn' is veel in Utrecht gebruikt (*11) maar ook in Gouda. De goudse produkten zijn doorgaans beter, fijner afgewerkt.
Onderstaand model lijkt uit Utrecht afkomstig qua vormgeving en afwerking, en tevens doordat de relatief dikke steel weinig verloop kent ; rond 1660 werden deze Utrechtse pijpen gekenmerkt door hun relatief lange stelen (ca 45 cm). Ref *11.