Het merk Ooievaar (wapen van Den Haag) is tussen ca 1735 en 1897 in Gouda in gebruik geweest bij achtereenvolgens (ref *14) ; (zie ook OV)
De letters lijken niet te verwijzen naar een van de vroegste gebruikers van dit merk maar simpelweg naar het woord Ooievaar.
1735-1746 Pieter Gerritsz. de Bruijn
1746-1774 Abraham Eling
1782-1792 Christiaan Eling
1795-1843 (weduwe) Aart de Jong
1844-1867 Pieter de Jong
1867-1889 Arie van der Kleijn Pzn.
1889-1897 Cornelis Jan Christiaan Prince, Firma Jan Prince & Cie
Tevens in de verzameling een pijpje uit de periode 1660-1690, met hielmerk Ooievaar, deze lijkt ook een Goudse oorsprong te hebben.
Daarnaast is het Wapen van Den Haag ook veelvuldig door verschillende 18e eeuwse pijpenmakers uit vooral Schoonhoven maar ook Gorinchem en Utrecht gebruikt. De pijpenmakers uit deze steden richtten zich vooral op het maken van goedkope, zogenaamde groffe pijpen die een minimale afwerking kregen om de prijs laag te houden. Door op de ketel een in de persmal ingegraveerde voorstelling (al dan niet in combinatie met het merk van de betreffende pijpenmaker) af te beelden kregen deze goedkope producten toch een aardig uiterlijk. Het Wapen van Den Haag was naast het Wapen van Utrecht en enkele andere algemene ketelversieringen een populaire afbeelding, waarschijnlijk omdat de Haagse tabaksrokers een belangrijke afzetmarkt vormden voor deze produkten.
Ca 1660-1690, mogelijk Gouda.
Ooievaar of Kievit ?! Waarschijnlijk de laatste want dit pijpje dateert uit ca 1690-1700 en de vogel heeft een duidelijke kuif op de kop.
Bovenstaand pijpje heeft een 3 tal vogels op de kop ; als zijmerk aan beide zijden een beest dat het meest op een ooievaar lijkt, en op de hiel een gekroonde vogel, pelikaan, draak, feniks ?! Geen idee wat het precies is. Ca 1730-1760. Waarschijnlijk Gouda.
Een stort van Jan Prince in Gouda. Diverse Ovoide modellen met Ooievaar. Ook andere merken, zie
Onderstaande kop heeft een afbeelding van een gekroonde ooievaar met daaronder de letters OV. Op de achterzijde van de ketel zijn de letters GIS zichtbaar. Waarschijnlijk is deze pijp gemaakt door Guilliam Schippers in Gorinchem, die tussen ca 1761 en 1780 actief was.
Veel 18e eeuwse pijpenmakers uit steden als Schoonhoven, Den Haag en Utrecht versierden hun doorgaans eenvoudige produkten met het Wapen van Den Haag, in een poging om een voor de Haagse markt aantrekkelijk product te maken. Meestal plaatsten zij hun eigen individuele merk in de vorm van initialen boven de gekroonde afbeelding.