Enkhuizen / Hoorn

 

Naar de pijpennijverheid in West Friesland is tot op heden slechts beperkt onderzoek gedaan. Wat duidelijk is dat hier reeds in de vroege 17e eeuw volop gerookt werd, en ook tabakspijpen werden gemaakt. Veel van de vroegste in Nederland gemaakte kleipijpjes komen uit de omgeving van Hoorn en Enkhuizen. In deze twee havensteden waren in die periode erg veel Engelsen. De oudste hier gevonden pijpen dateren uit circa 1600-1610 en behoren daarmee tot de vroegst bekende kleipijpen. Al snel, zo rond 1625/1630 ontwikkeld zich hier een eigen, karakteristieke vormgeving met een vrij uitgesproken 'dubbel conische' vorm. 

 

Ook de jonaspijpen onderscheiden zich met hun wat scherpere trekken en puntige neuzen en opvallenderwijs worden geregeld volledig (geel of groen) geglazuurde exemplaren aangetroffen. Dit zou kunnen wijzen op een nauwe relatie tussen een pottenbakker en pijpenmaker of zelfs een pijpenmakende pottenbakker.

 

 


Bovenstaand pijpje valt tussen circa 1640 en 1650 te dateren en wordt gekenmerkt door een bloem (roos) versiering op beide zijden van de steel schuin boven de hiel. Pijpje is gevonden in Noord Holland.

 

In 1642 was in Hoorn de pijpenmaker Pieter Gerridts actief (*3). Hij werd in dat jaar 'tabakspijpenmaker' genoemd, latere vermeldingen van Grridts omschrijven hem als een 'potbakker'.

 

Een andere vermelding uit 1642 spreekt van een pijpenmaker genaamd Doorn Litteraer, die waarschijnlijk in 1628 getrouwd was (*3).  In 1648 was Doorn reeds overleden.

 

In (*2) wordt een zekere Jan Jelisz van Alkmaar genoemd die mogelijk als potten- (en pijpen- ?) bakker actief zou zijn geweest vanaf circa 1635.

 

In (*1) wordt het testament besproken van de pijpenmaker Heije Jansz die in 1662 ziek op bed lag. In dit testament wordt de meeste huisraad nagelaten aan zijn knecht Pieter Jansz. In het testament wordt ook melding gemaakt van een pijpenmaker in Enkhuizen, genaamd Jan Heijekesz.

 

In 1627 werd in Enkhuizen een zekere Zacharias Lepie genoemd die pijpenmaker zou zijn geweest en in 1627 een leerling genaamd Francois Malim in dienst nam (zonder referentie in *5).

 

Een andere naam die bekend is uit Noord Holland is die van Jacob Pietersen, deze naam komt voor op een bodemvondst (Amsterdam Pipe Museum, APM 24k). Waarschijnlijk heeft Jacob het initiaal merk IP gekroond gebruikt in de periode circa 1620-1640.

 

Op basis van de veelvuldig in de omgeving van Enkhuizen en Hoorn gevonden 17e eeuwse kleipijpen met een gelijke, karakteristieke vormgeving komen de merken 'Fleur de Lis', PG (al dan niet in combinatie met een Os of Koe), Roos, I.P gekroond en TM veelvuldig voor (ref *4). Ook merken als Bril, Gat in de Hand, Ster, FI en een geometrisch patroon met een ster en een viertal cirkels lijken uit Noord Holland afkomstig.

 

Een ander merk dat mogelijk expliciet met Noord Holland verbonden is, is het merk de Zwaan, dat een verbinding zou kunnen hebben met de zogenaamde 'Waterlandse Zwaan' die veelvuldig in de Wapens van Noord Hollandse plaatsen voorkomt. Evenals de Zwaan is ook de 'Wapenstier' een dier dat veel in Noord Hollandse wapenschilden voorkomt en zijn oorsprong vindt in een volksverhaal. Hieraan is mogelijk ook het gebruik van het merk 'bril' gerelateerd. 

 


Gekroonde roos met A en B
Gekroonde roos met A en B
Roos met letters L F
Roos met letters L F


Vogel of zwaan
Vogel of zwaan
I en I gekroond
I en I gekroond
Staande leeuw (ondersteboven)
Staande leeuw (ondersteboven)




Bril
Bril



Ongemerkt


Ongemerkt, ca 1640-1660, gevonden in Noord Holland.

Ongemerkt, ca 1640-1660, gevonden in Noord Holland.

 

 

 

Vroege modellen, ongemerkt ca 1600-1630. 

 

 

 

 

 





Ongemerkte pijpjes die in Noord Holland gevonden zijn. Dateren uit de periode ca 1640-1660, model vertoont overeenkomsten met Alkmaarse pijpen.



 

Over de pijpenmakers in Enkhuizen en Hoorn is in 1981 door Duco een tweetal hoofdstukken geschreven in zijn 'De Kleipijp in de Zeventiende Eeuwse Nederlanden'. In 1988 is  een artikel geschreven door Fred Tymstra, als onderdeel van de bundel: 'De kleipijp als bodemvondst' van de Stichting PKN.

 

Andere artikelen:

 

(*1) 40 (92-93) Het testament van de Hoornse pijpenmaker Hije Jansz - F Tymstra

 

(*2) 19 (56-61) Archiefdocumenten van een 17 e eeuwse Hoornse pijpenmaker enz - T Steendijk

 

(*3) 20 (76-79) Tabaksbelastingen en pijpmakers in de 17e eeuw te Hoorn - T Steendijk

 

(*4) De Kleipijp als bodemvondst, jubileum uitgave PKN 1988. Hoofdstuk 'Enkhuizen en Hoorn' door F. Tymstra (p. 44-49).

 

(*5) Productiecentra van Nederlandse kleipijpen, een overzicht van de stand van zaken. J van Oostveen en R Stam, 2011.

 

(*6) Waterlandse Zwaan en de Stier. Jan van Oostveen, FB 432 (2021).

 

(*7) Roken in een boerenkroeg in West Friesland, D. Duco 2009, Westerheem.

 

(*8)  'De Kleipijp in de Zeventiende Eeuwse Nederlanden' (The Archeology of the Clay Tobacco Pipe V. Europe 2. BAR International Series 106, 1981. - D. H. Duco

 

(*9) 129 (2280-2283) Speculatie over de herkomst van een tweetal West-Friese merken - J van Oostveen

 

40 (92-93) HET TESTAMENT VAN DE HOORNSE
Adobe Acrobat document 257.6 KB
19 (56-61) 1982 Steendijk T - Archiefdoc
Adobe Acrobat document 1'018.5 KB
20 (76-79) 1983 Steendijk T - Tabaksbela
Adobe Acrobat document 658.6 KB

Laatste Nieuwe

17/9: de brocanterie heeft weer wat leuke pijpjes opgeleverd.

1/7: Veel nieuwe foto's van vooral verschillende merken toegevoegd.

21/4: Een erg scherp uitgevoerde 'rustende herderin met een schaapje' van de Goudse pijpenmaker Wagenaar.

12/3; Gouds pijpje uit de vroege 18e eeuw met fraai getordeerde steel

23/1: Weer wat pijpen uit de collectie op foto gezet waaronder weer leuke hiel-merken. 

8/12 : De pijpenmakers van Schoonhoven is het resultaat van ruim twee jaar archief onderzoek. Een 432 pagina's tellend boek dat een geheel nieuwe blik werpt op de industrie in deze stad en ruim 120 makers in detail belicht. Heel veel tot op heden onbekende informatie.